Geologie of aardkunde (van het Oudgrieks γῆ = aarde en λόγος = wetenschap) is de wetenschap, die de aarde, haar geschiedenis en de vormingsprocessen bestudeert. Zuid Limburg is geologisch heel interessant. Ons eigen stukje buitenland’, zo wordt het Zuid-Limburgse heuvellandschap vaak in vakantiefolders aangekondigd. Grote hoogteverschillen, stromende beken waarin forellen zwemmen, wegen met echte haarspeldbochten, gevaarlijk diepe kalksteengroeves, kilometerslange mijngangen waarin je kunt verdwalen, indrukwekkende steilranden en schitterende vergezichten. Nergens anders is in Nederland een gevarieerder mozaïek van landschapselementen te vinden. De geologische geschiedenis van de aarde is in verschillende tijdperken verdeeld. Zie het overzicht van de verschillende geologische periodes. Onder het ons aardoppervlak ligt een afwisselende geologie, die gedomineerd wordt door kalksteen uit het Krijttijdperk. Dit zeventig miljoen jaar oude restant van een tropisch warme zee zit vol prehistorische sporen, zoals skeletten van roofzuchtige maashagedissen. Daarnaast treffen we in de bodem dikke lagen steenkool aan.
De in Zuid Limburg voorkomende steenkool is in het steenkooltijdperk, ook wel Carboon genoemd, gevormd. Algemeen wordt aangenomen dat steenkool is ontstaan uit plantenresten. In het dak, alsook in de vloer van een koollaag worden plantenafdrukken gevonden.
Waar nu steenkool te vinden is groeiden heel lang geleden bomen, varens en struiken in een moerassig landschap zeer dicht op elkaar. Aardbevingen hebben deze plantengroei laten verdwijnen. Bomen, varens en struiken werden bedekt met zand, modder en rotsen. Na verloop van tijd is dit meerdere malen gebeurd. De bomen en planten waren begraven op diepten van 400 à 4000 meter. Door de grote druk van de grond en de hevige warmte uit de ondergrond, veranderde deze plantenmassa langzaam. Stilaan werden steenkolen gevormd.
De aardkorst is geen aaneengesloten laag, maar bestaat uit verschillende platen, tektonische platen genoemd. Een tektonische plaat of schol is dus een stuk van de aardkorst. De platen bewegen zeer traag in horizontale richting en in verticale richting, enkele centimeters per jaar (platentektoniek) afzonderlijk van elkaar. Deze verplaatsing gaat gepaard met aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, landverschuivingen en/of tsunami’s. Zo zijn er verschillende gebieden wereldwijd, die kwetsbaar zijn vanwege de ligging van tektonische platen. De oppervlakte van de aarde bestaat uit vijftien grote tot middelgrote platen en zeven kleinere platen (microplaten). Sommige aardplaten liggen diep onder zee anderen in een van de werelddelen op aarde. Nederland ligt op de Euraziatische plaat. Waar de platen tegen elkaar liggen vinden we breuken diep in de aarde, de breuklijnen. Het is ook daar waar de grootste kans op aardbevingen en vulkaanuitbarstingen zijn.
Breuklijnen in Nederland
Ook in Nederland zijn breuklijnen. De invloed van breuklijnen heeft zijn weerslag hoofdzakelijk op het landschap. Actieve breuken laten onder ander de aardkorst met het landschap dalen (slenken) en op andere plekken juist omhoog komen (horsten). Het landschap in Zuid-Limburg is door horsten en slenken een kenmerkend landschap waar platentektoniek zijn werk heeft gedaan (en nog). Aardbevingen in Nederland zijn dus mogelijk. Een aardbeving als gevolg van platentektoniek vond plaats in 1992 met als epicentrum Roermond en met 5.8 op de schaal van Richter. De laatste flinke beving van de aarde was op 8 september 2011, toen mensen in de provincies Gelderland, Limburg, Noord Brabant, Utrecht en zelfs in de regio Haaglanden, een schok voelden. Het epicentrum lag toen net over de grens met Duitsland bij Xanten, een stad aan de zuidoever van de Duitse Neder-Rijn in het noord westen van de deelstaat Noordrijn-Westfalen (kreis Wesel). Een aardbeving met 4.5 op de schaal van Richter. De Nederlandse ondergrond van zand, klei en water heeft als het ware als een demper gewerkt en hield de schade beperkt. De breukzones in Nederland op naam en plek:
De Roerdalslenk
De Roerdalslenk, Roerslenk of ook wel Centrale Slenk genoemd, is een actief breuksysteem van zo’ n 20 kilometer breed en 130 kilometer lang en ligt onder de grond van het zuidoosten van Nederland, het noordoosten van België en zuidoost-Duitsland. In Limburg wordt de Roerdalslenk in het noorden afgebakend door de peelrandbreuk en in het zuiden door de Feldbissbreuk.
De aardbeving bij Roermond op 13 april 1992 om 03.20 uur ’s nachts, was de sterkste aardbeving die ooit in Nederland is waargenomen met 5,8 op de Schaal van Richter. In het gebied tussen Roermond, Maaseik (België) en Heinsberg (Duitsland) werd door deze beving schade aangericht aan gebouwen en auto’s, die geraakt werden door vallend puin. De beving vond plaats op een diepte van 17 kilometer in de Peelrandbreuk, aan de noordelijke begrenzing van de Roerdalslenk.
De Peelrandbreuk
De Peelrandbreuk is een breuklijn en ligt op de lijn ten noorden van Roermond naar Deurne, Gemert en Uden.
De Feldbissbreuk
Deze breuk begint ter hoogte van Aken (Duitsland) en loopt door zuid- Limburg, Belgisch Limburg, noord Brabant richting zuid- Holland. Donderdag 8 september even na 21.00 uur trilde de grond in delen van Nederland. Op 40 kilometer ten zuidoosten van Nijmegen, bij het Duitse Xanten, vond een aardbeving plaats met een magnitude van 4.6. In dit gebied komen aardbevingen van deze omvang eens in de 10 à 20 jaar voor